Flip through |
|
|
|
‘Vecht niet tegen je zwakheden en ondeugden, want zij zullen jou verslaan, maar leer ze te gebruiken door ze aan het werk te zetten. Of het nu gaat om jaloersheid, boosheid, hebzucht, ijdelheid enzovoort, je moet weten hoe je ze kunt mobiliseren zodat zij voor jou werken in de door jou gekozen richting.
Neem de natuurkrachten, zoals elektriciteit, wind, wolkbreuken, bliksem... Nu de mens weet hoe ze te beheersen en te gebruiken, verrijkt hij zich. En toch zijn dit oorspronkelijk vijandige krachten. Je vindt het normaal om natuurlijke energieën te gebruiken, waarom ben je dan verbaasd als gesproken wordt over het gebruiken van de primitieve energieën die zich in jou bevinden?... Wanneer je de regels van de spirituele alchemie eenmaal kent, zul je in staat zijn alle negatieve krachten die je in overvloed bezit, te transformeren en te gebruiken. ’ I - Spirituele alchemie
II - De menselijke boom III - Karakter en temperament IV - De erfenis van het dierenrijk V - De angst VI - Het cliché veranderen VII - Het enten VIII - Het gebruik van de energieën IX - Het offer, transmutatie van de materie X - IJdelheid en goddelijke glorie XI - Hoogmoed en nederigheid XII - De sublimatie van de seksuele kracht |